“Wanneer leerlingen langere tijd lezen over hetzelfde thema, bouwen ze expertise op. Met die expertise groeit hun zelfvertrouwen.” Onderwijswetenschapper Roel van Steensel legt uit dat onderwijs in begrijpend lezen niet slechts het aanleren van een paar trucjes behelst: “Strategieën kunnen helpen, maar een strategie is slechts een van de instrumenten om tot beter leesbegrip te komen.”
Roel is hoogleraar Lezen en Onderwijs aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en hoogleraar Leesgedrag aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is en was betrokken bij verschillende onderzoeken naar begrijpend lezen. Zo publiceerde hij in 2019 samen met collega’s de literatuurstudie De vele kanten van leesbegrip, in opdracht van de Inspectie van het Onderwijs.
“We onderzochten wat uit wetenschappelijk onderzoek bekend is over effectieve kenmerken van begrijpend leesonderwijs”, vertelt hij. De inzichten uit dat onderzoek vormden een basis voor de kennisbundel De zeven pijlers van onderwijs in begrijpend lezen (2022), bedoeld als praktisch toepasbaar geheel. “We wilden één verhaal maken dat de praktijk écht verder helpt.”
Lezen is een samenspel
Uitgangspunt van beide publicaties is dat begrijpend lezen een complexe vaardigheid is die niet te vangen is in een enkel didactisch model. “Lezen is een samenspel van kennis, vaardigheden en attitudes”, licht Roel toe. “Er is niet één silver bullet: je moet aan meerdere knoppen draaien om teksten diepgaand te kunnen verwerken.” Startpunt is onderzoek naar het leesproces. Wat gebeurt er cognitief wanneer een lezer een tekst verwerkt. Welke kennis en vaardigheden spreekt de lezer daarbij aan?”
Hij noemt een aantal onmisbare dimensies:
- Achtergrondkennis: “Wanneer je weinig weet over een onderwerp, is een tekst moeilijk te begrijpen. Kennis van de wereld maakt het verschil.”
- Leesdoelen: “Waarom lees je een tekst? Voor je plezier, om iets te leren of om een brochure te maken? Het doel bepaalt hoe diepgaand je een tekst verwerkt.”
- Actieve verwerking: “Praten over teksten, schrijven naar aanleiding van teksten, aantekeningen maken: dat helpt bij verdieping.”
- Leesmotivatie: “Motivatie en vaardigheid hebben een wisselwerking. Hoe meer leerlingen gemotiveerd zijn om te lezen, hoe beter ze worden en dat versterkt weer de motivatie.”
- Leesstrategieën: “Strategieën zijn nuttige gereedschappen, mits je weet wanneer je ze inzet en waarom.”
- Tekstaanbod “Goede teksten zijn rijk en uitdagend, niet vereenvoudigd. Leerlingen moeten er iets uit kunnen leren.”
De hoogleraar illustreert de wisselwerking tussen tekst en voorkennis met een voorbeeld: “Als je leest ‘Sanne en Elma bouwden een kasteel. Ze hadden zand tussen hun tenen’: Waar zijn ze dan? Dankzij achtergrondkennis kun je afleiden: dit gaat waarschijnlijk over een zandkasteel op het strand. Maar dat staat nergens expliciet. Je maakt die interpretatie op basis van wat je al weet. Die koppeling tussen tekst en kennis is essentieel voor begrip.”
Thematisch werken als alternatief
Kritiek op het huidige leesonderwijs is er genoeg. “Begrijpend lezen is lang beschouwd als een geïsoleerde losse les. Leerlingen kregen een op zichzelf staande tekst met als doel: vragen beantwoorden.” Volgens Roel is dat geen natuurlijke manier van lezen. “Een tekst lezen om er alleen vragen over te beantwoorden, is niet de meest natuurlijke leessituatie.”
Thematisch werken biedt een alternatief. “Als je leerlingen langere tijd laat werken rond een thema dat hen interesseert, geef je ze echt de kans om kennis op te bouwen. En die toenemende expertise draagt ook bij aan het zelfvertrouwen van een leerling. Thematisch werken vergroot niet alleen hun begrip over het thema, maar ook de betrokkenheid en de motivatie. Zeker als je toewerkt naar een relevante opdracht, zoals het maken van een brochure of presentatie.”
Ook leesstrategieën krijgen binnen de context van het thematisch werken een andere plek. “De strategieën worden dan functioneel. Niet als doel op zich, maar als hulpmiddel om informatie uit teksten te halen.” Hij benadrukt dat strategieën pas effectief zijn als leerlingen begrijpen wanneer en waarom ze die gebruiken. “We zagen in eerder onderzoek dat strategie-instructie pas effect heeft als die expliciet en doelgericht wordt aangeboden. Hierin speelt uitleg van de leraar ook een grote rol.”
Kies een duidelijke focus
Wat moeten scholen doen om tot beter leesonderwijs te komen? “Kies een duidelijke focus”, bepleit Roel. “En zorg dat die keuze zichtbaar wordt in het hele gebouw.” Hij noemt Het Open Venster in Rotterdam als voorbeeld. “Daar kiezen ze bewust voor een focus op lezen. Je ziet overal boeken. Leerkrachten werken thematisch en gebruiken literaire en informatieve teksten. Dat ademt leesbevordering.” De rol van de schoolleider is cruciaal. “Deze moet het team meenemen, tijd en ruimte organiseren, investeren in professionalisering en zorgen voor een goede leesomgeving.”
Vakoverstijgende thema’s
Thematisch werken is bij uitstek geschikt voor vakintegratie. “Thema’s als duurzaamheid, migratie of de middeleeuwen lenen zich uitstekend voor vakoverstijgend onderwijs”, zegt de hoogleraar. “Je kunt werken met jeugdliteratuur, informatieve teksten, zaakvakken en schrijfopdrachten. Zo versterk je taalvaardigheid en kennisopbouw tegelijkertijd.” Voorwaarde is dat het team hierin meebeweegt. “Leerkrachten moeten weten wat er aan kinderen jeugdliteratuur beschikbaar is zodat ze kunnen begeleiden bij boekkeuze en teksten kunnen bespreken. Dat vraagt vakmanschap.”
Het gaat volgens Roel niet om grootse vernieuwingen, maar om doordachte keuzes. “Begin klein. Kies samen een thema, lees mee met je leerlingen, praat over boeken. Maak van lezen een gedeelde cultuur op school.”
Geen foefje
Begrijpend lezen is geen foefje of handigheidje. Het is een samenspel van factoren, met de leraar als spil. “Zorg dat je weet hoe teksten werken, wat leerlingen nodig hebben, en hoe je ze begeleidt naar betekenisvol begrip. Dán maak je het verschil.”


Bezig met laden...