Geen onderwerp in mijn dagelijks leven dat vaker aan bod komt dan mijn haar, of beter gezegd: het gebrek daaraan. Vrijwel elke dag is mijn kortgeschoren hoofd wel een keer onderwerp van gesprek.
Zeker op school is dit het geval:
‘Meneer, waarom bent u kaal?’
‘Meneer, waarom laat u uw haar niet groeien?’
‘Meneer, mogen wij uw hoofd een keer versieren met diamantjes?’
‘Meneer, u bespaart zeker veel geld, omdat u niet meer naar de kapper hoeft?’
Zomaar een greep uit de vragen die mij met enige regelmaat gesteld worden. Ik verbaas mij er oprecht over dat het nooit stopt. Zodra er een nieuwe eerste klas aan het schooljaar begint, kan ik de klok erop gelijk zetten. De eerste keer dat ze mij hebben, is er altijd een leerling die zijn nieuwsgierigheid over dit onderwerp niet kan bedwingen. Maar ook leerlingen die ik al drie jaar in de klas heb, kunnen zomaar ‘kale koppen, niet te stoppen!’ naar mij roepen, wanneer ik ze tegenkom op het plein of in de gang. Fascinerend!
Vind ik dat erg? Dat heb ik mezelf weleens afgevraagd. Het antwoord is nee. Onze leerlingen vinden contact maken en sociale interactie lastig. Op deze manier kunnen ze snel en laagdrempelig contact met mij
als docent maken. Het levert mij ook altijd iets op. Ik stel steeds een wedervraag en op die manier kan er kleinschalig aan de relatie gewerkt worden. Iets wat in ons werk erg belangrijk is.
Laatst zei een jongen in de pauze tegen mij: ‘Zo meneer, het wordt weer tijd voor de tondeuse zeker, vanavond?’ waarna hij vervolgens in de rest van ons gesprek de ruimte voelde om aan mij te vertellen dat hij voor het eerst alcohol had gedronken afgelopen weekend. Ik mocht het niet doorvertellen aan zijn moeder. Hoe mooi is het als je zo dicht bij de jongeren mag staan dat ze je dát toevertrouwen?! Het geeft mij veel energie.
Over energie gesproken, bij ons op school hebben we wat nieuws bedacht. Twee energieke docenten hebben op maandag het buikspierkwartier in het leven geroepen, voor alle collega’s. Want waar je aan te weinig haar tegenwoordig niet meer zoveel kan doen (tenzij je de portemonnee trekt en dat ben ik niet van plan) is dat bij fit worden wel anders. Sport en bewegen maken je blij. Het is dan ook mooi dat daar op De Schakel genoeg aandacht voor is. Even tafel-tennissen met een collega, meedoen met hardloopwedstrijden, wandelen in de pauze, schaatsen, skiën en dan nu dus ook dat buikspierkwartier. Of moet ik zeggen buikspier-vertier? Er wordt meer gelachen dan getraind. Zo’n sportschool wil toch iedereen?
Volgende week maandag is het weer zover. Dan kan ik aan de bak, terwijl de spierpijn van de vorige keer nog aanwezig is. Ik zou gemakkelijk kunnen afzeggen, maar geen haar op mijn hoofd die daaraan denkt.
Meester - Stefan
@meesterstefan_hrlm
Reacties