Online pesten, extreme challenges en negatieve beïnvloeding door sociale media: de online belevingswereld van leerlingen vraagt steeds meer aandacht van scholen. Ook in positieve zin, want dankzij alle digitale middelen kunnen kinderen veel kennis opdoen en nieuwe relaties aangaan. Maar wat betekenen al die ontwikkelingen voor leraren? Hoe grijp je in als er problemen zijn die de school binnenkomen? Loïs Gampierakis, adviseur bij Stichting School & Veiligheid, deelt haar inzichten en tips.
Wat online gebeurt, speelt zich meestal buiten het gezichtsveld van leraren af. Ligt daar dan ook de grootste uitdaging voor het onderwijs?
“We zien dat scholen vaak worstelen met vragen als: hoe ver reikt onze verantwoordelijkheid en hoe grijpen we effectief in? Het is lastig om daar één antwoord op te geven. Maar zodra dingen die gebeuren op sociale media de veiligheid op school raken, moet de school er iets mee. De online wereld is voor leerlingen een belangrijk deel van hun leven. Het is de plek waar ze contact maken met leeftijdsgenoten en waar leuke en minder leuke dingen plaatsvinden. Die blijven niet in die online wereld, maar komen ook de school binnen. Daar moet je dus ook in de klas iets mee.”
Hoe stel je als school positieve normen op voor online gedrag?
“Je stelt als school een positieve norm door gezamenlijk duidelijke gedragsafspraken te maken én grenzen aan gedrag te stellen en deze óók te vertalen naar online situaties. Je voert gesprekken over online gedrag; wat is respectvol of juist grensoverschrijdend? Hoe ziet dat eruit? Bijvoorbeeld: hoe spreek je elkaar aan in een chat? Wat doe je als je een vervelend bericht krijgt? Je kunt ook gebruik maken van posters of pictogrammen in de klas om gewenst online gedrag te visualiseren, zodat de gemaakte afspraken altijd zichtbaar zijn. Laat leerlingen zelf meedenken over voorbeelden van respectvol gedrag. Dus niet alleen zeggen: dit of dat mag niet. Maar vooral ook: welk gedrag vinden we wél acceptabel.”
Maakt het uit of iets in of juist buiten de les is gebeurd?
“Leerlingen zijn online continue met elkaar in contact - ze sturen elkaar berichten, foto’s en filmpjes. Vervolgens praten ze daar zowel online als op school over. Dat heeft dus ook invloed op wat er in de klas gebeurt. Denk aan onderlinge conflicten die online zijn begonnen en vervolgens op school worden uitgevochten. Maar ook pestgedrag dat op school begint en online doorgaat. Het heeft een enorme invloed op de veiligheidsperceptie van een gepeste leerling – maar ook op andere leerlingen in de klas. Want waar ben je dan nog veilig?”
Loïs vervolgt: “Daarnaast is het soms best moeilijk om kritisch te blijven kijken naar wat je online voorbij ziet komen. Online is er een wildgroei aan desinformatie of eenzijdig nieuws. Het is lastig om tussen al die content en meningen van influencers of leeftijdsgenoten te manoeuvreren – zeker als je hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Als ouders en onderwijs-professionals moeten we dat bespreekbaar maken en kinderen begeleiden in hun sociale mediagebruik. Bijvoorbeeld door het maken van gedragsregels of het hebben van aandacht voor pro-sociaal online gedrag in lessen over mediawijsheid en digitale geletterdheid.”
Je omschrijft het als ‘mediawijsheid’. Wat bedoel je daar precies mee?
“Mediawijsheid gaat verder dan weten hoe technologie werkt. Het draait om kritisch denken en sociaal bewustzijn. Leer leerlingen bijvoorbeeld hoe ze misleidende informatie kunnen herkennen, maar ook hoe ze elkaar online positief kunnen beïnvloeden. Leer ze om stil te staan bij de impact van hun eigen gedrag. Bespreek bijvoorbeeld tijdens een kringgesprek hoe je reageert als je een vervelend filmpje tegenkomt en wat de gevolgen kunnen zijn als je dit doorstuurt. Oefen samen het herkennen van fake news.”
Hoe ga je als school om met grensoverschrijdend online gedrag?
“Het is lastig om zo direct antwoord te geven op deze vraag, omdat incidenten in ernst en omvang enorm kunnen verschillen. Toch trekt de school altijd een duidelijke grens bij overschrijding van toelaatbaar gedrag, zeker online waar normen vaak ontbreken. De focus ligt op de slachtoffers en hun ouders: wat hebben zij nodig om zich weer veilig te voelen? Daarnaast kijkt de school of anderen ondersteuning nodig hebben. Indien nodig worden ook niet-direct betrokken leerlingen en ouders geïnformeerd en aangesproken op hun gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ouders krijgen concrete tips over hoe zij online gedrag met hun kind kunnen bespreken. Het doel is altijd herstel: zorgen dat iedereen zich weer veilig voelt op school.”
Hoe kunnen scholen hun eigen handelingsverlegenheid overwinnen?
“Dat is inderdaad belangrijk, want omgaan met incidenten die zich (deels) online afspelen, is lastig. Je begint door te kijken hoe je bestaand beleid ook toepasbaar maakt voor online gedrag. Wat zijn onze waarden en hoe vertalen we die naar online gedragsregels? Zorg ook voor een veilige omgeving waarin leraren online incidenten durven bespreken en elkaar ondersteunen. Samenwerking met ouders en externe partners is hierbij echt cruciaal. En gebruik ook zeker ons stappenplan. Dit biedt een duidelijk overzicht hoe je als school omgaat met online incidenten die invloed hebben op de sociale veiligheid op school.”
Vragen over sociale veiligheid op school?
Neem contact op met ons Adviespunt, dat is op schooldagen bereikbaar van 9.00 tot 16.00 uur.
Telefoon: 030 285 66 16
E-mail: adviespunt@schoolenveiligheid.nl
In geval van een calamiteit, zijn onze crisisadviseurs 24/7 bereikbaar via bovenstaand telefoonnummer.
Bekijk via deze link het ‘Stappenplan: omgaan met online incidenten’
Reacties