Veel mensen zien een groepsgesprek tussen leerlingen en leraren voor zich wanneer ze aan burgerschapsonderwijs denken, of denken aan een les staatsinrichting. Wie de blik echter verlegt van klassen- naar schoolniveau, ziet dat er daar nog een wereld te winnen is, meent Pieter Boshuizen, lerarenopleider en onderzoeker op de Thomas More Hogeschool (Rotterdam). “Het schoolteam staat voor dezelfde uitdaging als de klas.”
“Er is geen eenduidige definitie van burgerschap en democratie: wat het betekent en hoe je er vorm aan geeft, zal altijd omstreden zijn”, onderstreept Boshuizen direct. “Dat is ook goed, want zo blijf je continu in gesprek over democratie. In de samenleving verschillen leerlingen van mening en ook in de klas zie je dat. Het is van fundamenteel belang dat er ruimte is voor die verschillende perspectieven. En die ruimte moet er ook zijn voor de uiteenlopende visies binnen het schoolteam: leerkrachten en docenten staan voor dezelfde uitdaging als de klas.”
Uiteenlopende visies… als een school een duidelijke positie inneemt, hebben leerlingen toch meer richting?
“Een eigen identiteit kan een stevig fundament zijn en een school mag dat ook zeker uitdragen, maar dat betekent niet dat je moet zeggen: ‘Dít is hoe de samenleving eruit moet zien en dít is jouw rol daarin.’ Het mooie van een democratie is nu namelijk juist dat er niet een waarheid is maar ruimte voor meerdere opvattingen – en de vrijheid van onderwijs is daar een onderdeel van.
Aan de andere kant van het spectrum kun je als leraar geheel meebewegen met de leerlingen en de ideeën en standpunten die ze van huis uit meekrijgen. Ook dat wil ik niet aanraden. De school zou moeten zijn wat onderwijsdenker Joop Berding, geïnspireerd op filosofe Hannah Arendt, een tussenruimte noemt: een plek waar kinderen en jongeren in aanraking komen met meerdere burgerschapsperspectieven. Niet om het uiteindelijk altijd met elkaar eens te worden, maar om zich te kunnen verhouden tot andere zienswijzen en een eigen afweging te kunnen maken.
Scholen hebben dus een belangrijke maatschappelijke taak te vervullen, maar daar wil ik wel een kritische noot aan toevoegen: ze kunnen hier onmogelijk als enige voor verantwoordelijk worden gehouden, burgerschap moet op allerlei plekken in de samenleving vorm krijgen. Tel daarbij op dat politieke uitspraken en beslissingen regelmatig tegen de principes van de rechtstaat ingaan. Door deze gegevens landt burgerschapsonderwijs minder bij de leerlingen.”
Hoe maak je concreet ruimte voor uiteenlopende visies binnen het schoolteam?
“Door alleen al continu de dialoog aan te gaan, door je uit te spreken en te luisteren naar anderen, ontstaat er het besef dat burgerschapsonderwijs geen methode is, dat er geen kant- en klaar recept voor is. Dan besef je dat de meerstemmigheid een wezenlijk onderdeel is van burgerschap en normaliseer je als het ware het open gesprek met ruimte voor al die invalshoeken, zoals je dat ook in de klas wilt voeren.”
Reacties