Een krachtige schoolleiding, professionele docenten en een hecht onderwijsteam; ze zijn allemaal nodig voor succesvolle onderwijsinterventies. Maar het startpunt van onderwijsverbetering is: de leerling. Het Masterplan basisvaardigheden van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap organiseert begeleide leernetwerken voor scholen die het onderwijs in de basisvaardigheden duurzaam willen verbeteren. In de leernetwerken staat de Theory of Action centraal, waarin de leerling het uitgangspunt is.
Op het Comenius Lyceum in Amsterdam zag rector Marouane Aabachrim dat relatief veel leerlingen met een taalachterstand instromen. Als de leerling taal zou omarmen – de hypothese – dan zouden zij die achterstand weer weg kunnen werken, meende hij. “Met omarmen bedoel ik dat leerlingen weer plezier in taal zouden krijgen, dat zij het meer dan alleen als een noodzakelijk kwaad zouden zien voor betere schoolprestaties. Maar goed, eerst een stap terug, want het is in de eerste plaats aan de docent om zijn leerlingen taal te laten omarmen. Asma Khattabi, docente Nederlands en tevens hoofd van de vakgroep, heeft samen met haar collega’s allerlei voorstellen gedaan om de liefde voor taal aan te wakkeren op school.”
Omdraaien
Khattabi: “Lezen met de leeslijst, boekverslagen schrijven… Dat is echt zinvol hoor, maar we wilden als docenten echt dat leerlingen zelf hun stem zouden ontdekken door middel van taal. Daarom nodigen we nu schrijvers en poëten uit op school, mensen die leven van en voor woorden. We organiseren bovendien leeskringen en gaan met de leerlingen in gesprek over boeken, hebben de schoolbibliotheek vernieuwd, verwelkomen ook graphic novels – de graphic uitvoering van Max Havelaar heeft voor sommigen echt een leesdrempel weggenomen – en ga zo maar door. Dat krijg je allemaal alleen voor elkaar als je samenwerkt met de schoolleiding.”
“Dat is werken volgens de Theory of Action (van Argyris en Schön (1978)), vult Aabachrim aan. “Je begint met heel bewust kijken naar het leerproces van de leerling, beschrijft vervolgens wat je ziet, en stelt daarna een hypothese op over wat er zou moeten gebeuren om het gewenste leergedrag te krijgen. Daaruit volgt een aanname over hoe leerkrachten daaraan kunnen bijdragen en hoe de schoolleiding haar gedrag kan veranderen om hen daartoe in staat te stellen. Het gaat dus om een bottom-up veranderproces,” aldus de rector die met een plaatje van een kenniskringloop op school zijn uitleg illustreert.
Blijf verwonderd
Aabachrim heeft de afgelopen maanden kennisgemaakt met de Theory of Action via een begeleid leernetwerk, georganiseerd vanuit het Masterplan basisvaardigheden, en dat ingezet om het taalonderwijs op zijn school naar een hoger plan te tillen. Wilco Meijer is daarbij betrokken als onderwijscoördinator van OCW. Hij vult de rector aan: “Het mooie is dat alle stappen die je zet, toetsbaar zijn. Telkens weer kun je kijken en monitoren: wat gebeurt er, welk leergedrag laten de leerlingen zien? Waar willen we naartoe? Wat hebben we daarvoor nodig? En dan weer testen in de praktijk, en bijstellen waar nodig. Het is een cyclisch leerproces.”
Reacties