Jongeren in het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) die opgroeien in armoede, ervaren specifieke belemmeringen om goed onderwijs te kunnen volgen. De Onderwijsraad publiceert op 16 april een advies over wat nodig is om ervoor te zorgen dat deze jongeren volwaardig kunnen deelnemen aan het onderwijs.
In Nederland groeien ongeveer 115.000 minderjarigen op in armoede, waarvan een deel onderwijs volgt in het vo en mbo. Zij lopen tegen materiële en immateriële hindernissen aan die hun deelname aan het onderwijs belemmeren. In beleid en in de publieke discussie over armoede gaat terecht veel aandacht uit naar bestrijding van armoede onder leerlingen in het primair onderwijs. Maar armoede stopt niet na de basisschool. Op verzoek van de Tweede Kamer adviseert de raad daarom over de vraag wat er nodig is zodat jongeren die opgroeien in armoede, volwaardig kunnen deelnemen aan het vo en mbo. Welke rol spelen onderwijsinstellingen daarin en waar zijn andere actoren aan zet?
Het advies wordt woensdag 16 april a.s. om 00.01 uur gepubliceerd op www.onderwijsraad.nl.
Over de Onderwijsraad
Goed onderwijs voor iedereen: daar draagt de Onderwijsraad aan bij. De raad geeft al meer dan honderd jaar advies over onderwijsbeleid en -wetgeving aan de regering en de Eerste en Tweede Kamer. Gevraagd en uit eigen beweging. Dit mondt uit in verkenningen en adviezen die focussen op oplossingen voor de langere termijn. Ze gaan over alle vormen van onderwijs: van voorschoolse voorzieningen tot aan postuniversitair onderwijs en een leven lang ontwikkelen.
Reacties