Fase 2 van de Gouden Weken: zorg voor optimale begeleiding tijdens storming fase

De kennismaking en oriëntatie zitten er voor veel leerlingen op (forming). Een basis van vertrouwen en emotionele veiligheid zijn gelegd. In de volgende fase (storming) voelen leerlingen zich meer zelfverzekerd en durven ze hun positie in de groep af te tasten. In deze fase wordt bepaald wie de leiders zijn en worden subgroepjes gevormd. Dit kan gepaard gaan met spanningen en conflicten.

Hoe begeleid je als leraar de groep zo optimaal mogelijk tijdens de storming fase?

Samenwerken in verschillende samenstellingen

Laat leerlingen in de storming fase in verschillende samenstellingen met elkaar samenwerken om groepjes binnen de groep te voorkomen. Bespreek het groepsproces achteraf. Wat ging er goed en wat ging er minder goed? Hoe kunnen ze dat de volgende keer beter aanpakken? Zorg ervoor dat je conflicten bespreekt en deze ook uitpraat. Laat het goede voorbeeld zien.

Schuif de norming fase naar voren

Het kan een keuze zijn om de norming fase eerder aan bod te laten komen dan de storming fase. In dit geval worden de normen niet door de groepsleiders bepaald, maar door de klas en de leerkracht samen. Door veel aandacht te besteden aan de groepsnormen, zullen dominantere kinderen minder de kans krijgen om onrust te veroorzaken.

Aanspreken op verantwoordelijkheidsgevoel

Mocht er sprake zijn van een hiërarchische strijd, spreek dan de leerlingen aan op de omgangsnormen die in de norming fase zijn bedacht. Wanneer leerlingen deze zelf hebben opgesteld, zijn de leerlingen hier gevoelig voor. Geef positieve feedback bij goed gedrag.

Wees goed op de hoogte van elkaar

Zorg dat de kinderen meer van elkaar (en van jou) te weten komen. Wat onbekend is, is vaak niet zo leuk. Wat bekender is, wordt vaak leuker. Maak bijvoorbeeld een kennismakingstentoonstelling met ieders lievelingsvoorwerp, maak een poster over jezelf enz.

De dag doornemen

Bespreek elke dag even de dag. Trek tien minuten uit om de positieve dingen van die dag te noemen. Laat de negatieve dingen bewust achterwege. Zo gaan de kinderen met een goed gevoel naar huis. Wat niet zo goed ging, bespreek je kort van tevoren wanneer die situatie zich weer aandient. Zorg ervoor dat niet alleen jij, maar ook de kinderen aan het woord komen. Probeer kinderen te kiezen die waarschijnlijk iets positiefs gaan zeggen. 

Heb jij nog aanvullingen op dit artikel? Stuur een mail naar:

---------------------------------
Geraadpleegde bronnen

https://www.schoolenveiligheid.nl/po-vo/kennisbank/groepsdynamica-in-de-klas/
https://www.tumult.nl/vier-stappen-naar-hechtere-klas/
https://wij-leren.nl/groepsprocessen.php