Als je dyslexie hebt, heeft het dan wel zin om behandelingen te volgen of te oefenen met lezen? Gedragswetenschapper Liesbeth Tilanus heeft de afgelopen jaren honderden kinderen met en zonder dyslexie onderzocht. Ze deelt de resultaten van haar onderzoek op woensdag 6 november 2019 in de aula van de Radboud Universiteit tijdens de eerste kinderpromotie van Nederland.
Kinderpromotie
Een commissie van kinderen met dyslexie stelt haar kritische vragen ten overstaan van een zaal vol leeftijdsgenoten uit de bovenbouw van de basisschool. De kinderpromotie volgt de lijnen van het klassieke ceremoniële draaiboek. In de zaal zijn dus een promovendus, een rector, paranimfen en een pedel (allen volwassenen) aanwezig. Ook spreekt de pedel aan het einde van de ceremonie het klassieke ‘hora est’ uit om aan te geven dat Liesbeths beproeving voorbij is.
Toegankelijk voor jong publiek
De kinderprofessoren mogen daarna samen beslissen of Liesbeth de titel ‘doctor’ verdient. ‘We hebben de ceremonie wel aangepast om het toegankelijker te maken voor het jonge publiek. Daarbij leggen we alles zoveel mogelijk uit. Natuurlijk moet het ook een beetje leuk zijn, dus er zijn genoeg verrassingen tussendoor’, vertelt Tilanus.
Over het onderzoek
Tilanus is buitenpromovendus bij behandelpraktijk Marant in Elst. Hier heeft ze onderzocht wat het effect van dyslexiebehandelingen is en of kinderen met dyslexie beter worden in lezen en spellen als ze een behandeling krijgen. Volgens Tilanus is dat weliswaar het geval, maar het belangrijkste is ‘vooral veel oefenen’. ‘Dyslexie gaat niet over, maar je kunt wel beter worden in lezen en spellen.’
Kijk voor het bijwonen van de kinderpromotie en meer informatie op www.marant.nl/kinderpromotie.