Zes jaar lang werkte directeur John Vonk aan een nieuwe onderwijsvisie voor ‘zijn’ basisschool ’t Schrijverke in Zoetermeer. In 2017 resulteerde dat in de nieuwbouw van kindcentrum De Toverberg: een school zónder klaslokalen, zonder aula, zonder lerarenkamer en zonder directiekamer. ‘Het traditionele onderwijs in traditionele schoolgebouwen past niet meer bij onze dynamische samenleving’, betoogt hij. ‘Daarmee belemmeren we de ontwikkeling van kinderen.’
‘Ons oude schoolgebouw naderde de 40 jaar, maar dat was niet de aanleiding voor mij dat ik na ging denken of het roer niet om moest op onze school’, begint Vonk zijn verhaal. ‘Bij elk idee dat ik losliet op mijn team om ons onderwijs te innoveren, stuitte ik op weerstand. Het bleek allemaal terug te voeren op werkdruk. Ik trapte in de grootste onderwijsvalkuil en ging kleinere groepen maken. Ik dacht ‘dan hebben mijn collega’s minder nakijkwerk, minder ouders die ze moeten informeren, minder handelingsplannen’. Na drie jaar met groepen van 20 leerlingen te hebben gewerkt, bleek de werkdruk nog net zo groot te zijn.’
Vertrouwen collega’s en ouders
Op een dag waarop zijn agenda wegens onvoorziene omstandigheden compleet leeg was, ging Vonk op een stoel in de aula zitten, vanwaar hij zicht had op twee groepen 5. ‘Ik zag twee leraren die voor 80 procent precies hetzelfde stonden te doen.’ Vonk maakte een plan en kreeg groen licht van zijn bestuur om in de zomervakantie de tussenmuur tussen beide lokalen weg te laten halen. De twee parallelgroepen 5 gingen na de zomer door als één grote groep 6. ‘Ik heb het vertrouwen van mijn collega’s en de ouders gevraagd en gekregen om dit een jaar te doen. Natuurlijk hadden de ouders de zorg dat hun kinderen ondergesneeuwd zouden raken. Daarom zijn we elke acht weken bij elkaar gekomen om over de voortgang en ervaringen van de pilot te praten. Als het na een jaar niet zou werken, zo had ik team en ouders beloofd, zouden we het terugdraaien. Met mezelf had ik afgesproken dat ik er alles aan zou doen om de pilot goed te faciliteren. Daarop mocht het niet stuklopen.’ De leraar kreeg ondersteuning van twee onderwijsassistenten. ‘Omdat het lokaal zo groot was konden we allerlei hoekjes maken om zelfstandig te werken, al dan niet prikkelarm, en om samen te werken.’
Muren geslecht
Vonk: ‘De leraar bleek prima in staat het overzicht over de 40 leerlingen te houden en die kennis te delen met beide onderwijsassistenten en ouders. We zagen dat de leerlingen heel ontspannen waren. Er waren meer vriendjes en vriendinnetjes om uit te kiezen. Ze waren met meer motivatie en meer zelfstandigheid bezig, konden kiezen waar ze wilden werken en hadden meer eigen inbreng. De onderwijsresultaten bleven gelijk. Kortom, het was een succesvolle pilot! In de schooljaren daarop werden tussen steeds meer groepen letterlijk de muren geslecht en deed het team veel ervaring op met de nieuwe manier van werken.’
Basisgroepen
Toen er een nieuw schoolgebouw mocht worden gebouwd, wisten Vonk en zijn lerarenteam precies waar ze behoefte aan hadden. ‘Acht groepen van elk rond de 40 leerlingen hebben in De Toverberg hun eigen basisgroep, maar ze kunnen door elkaar heen leren en werken’, legt Vonk uit. ‘Per basisgroep is ruimte voor 20 instructie-annex werkplekken in de vorm van een tafeltje en stoeltje. In dezelfde basisgroep zijn 20 zitplaatsen op de vensterbanken en poefjes. Elke basisgroep krijgt instructie van de eigen leraar. Daarna gaan de leerlingen zelf aan het werk, op hun eigen niveau. We werken daarvoor onder meer met Snappet. De onderwijsassistenten hebben bepaalde taken van de leraren overgenomen, zodat elke leraar doet waarvoor hij is opgeleid, namelijk instructie geven, analyseren wat de behoeften van leerlingen zijn en daar interventies op plegen.’
Samenwerken
‘Bezoekers verbazen zich er vaak over hoe onze leerlingen al op jonge leeftijd met elkaar samenwerken’, merkt Vonk. ‘Zelfs kleuters weten prima een medeleerling te vinden die kan helpen. Wat stimulerend werkt, is waarschijnlijk ook het feit dat alle groepen op dezelfde tijd rekenen en op dezelfde tijd aan taal doen. Een kind dat verder is, schuift dus gemakkelijk bij een andere groep aan voor instructie. Op de samenwerkplekken kan een kind met een hulpvraag bij een medeleerling terecht. Dat gaat heel vanzelfsprekend. Ook de samenwerking tussen leraren en onderwijsassistenten en leraren onderling is laagdrempelig, juist omdat we geen deuren meer hebben. Elkaar feedback geven is daardoor bijvoorbeeld gemakkelijker geworden.’
Aanraden
Alle basisgroepen zijn langs de gevels gesitueerd, zodat leerlingen zich veilig voelen en niet centraal in de open middenruimte zitten. Via de centrale trap gaan leerlingen en leraren naar boven. Met een grote glijbaan kan iedereen naar beneden. Op maat gemaakte kasten zorgen voor de noodzakelijke geluidsdemping en dienen ook meteen als afscheiding tussen de basisgroepen. Overal in het gebouw zijn tegen de buitenwand en het meubilair gekleurde akoestische panelen aangebracht, die het geluid terugkaatsen. Alle ruimtes waar stil gewerkt kan worden, zijn voorzien van vloerbedekking en kunnen afgesloten worden. Een multifunctionele ruimte is voorzien van een losse gietvloer, zodat er geen overlast is voor de andere leerlingen als de kleuters er gymen of wanneer er bijvoorbeeld muzieklessen worden gegeven. Wekelijks krijgt Vonk collega’s uit binnen- en buitenland over de vloer. ‘Hieraan merk ik dat een groot deel van de scholen zoekende is hoe het onderwijs en het schoolgebouw te herinrichten. Begin, net als wij deden, gewoon met veranderingen in je bestaande schoolgebouw. Ik kan het iedereen aanraden!’
Tekst Brigitte Bloem foto’s De Toverberg, Jan van Es